Terwijl er in 2018 en 2019 respectievelijk 6.966 en 6.845 incidenten waren met een bus van De Lijn, daalde dat aantal in 2020 naar 5.839. Bert Maertens: “Die daling is opvallend als je weet dat het aantal gereden buskilometer steeg ten aanzien van het jaar voordien. Maar ongetwijfeld speelde het verminderde aantal wagens op onze wegen als gevolg van de coronamaatregelen een belangrijke rol.”

De Lijn amper verantwoordelijk voor ongevallen

4.573 verkeersongevallen gebeurden er na een aanrijding tussen een bus met een andere voertuig, een vaste hindernis of een fietser of voetganger. Er waren 758 ongevallen met reizigers waarbij er sprake was van een val of evenwichtsverlies, een incident met deuren of een voorval met kledijschade. Tenslotte waren er 505 ongevallen door andere oorzaken zoals gas- of olieverlies. Bij slechts 74 van de in totaal 928 gewonden bleek De Lijn volledig of gedeeltelijk verantwoordelijk. De meeste ongevallen vielen te betreuren in de provincies Vlaams-Brabant (1.836), Antwerpen (1.661) en Oost-Vlaanderen (1.140). In Limburg en West-Vlaanderen bleef het ongevallencijfer beperkt tot respectievelijk 629 en 570. 

Actieplan verkeersongevallen

Om het aantal incidenten zo laag mogelijk te houden, startte de De Lijn eind 2020 met een geactualiseerd actieplan verkeersongevallen. Daarbij worden alle chauffeurs met een hoge schadestatistiek, grote schadeongevallen en ongevallen met zware fouten specifiek en strikt opgevolgd. 

Daarnaast besteedt De Lijn veel aandacht aan het veiligheidsaspect bij de opleiding van nieuwe chauffeurs. Ook tijdens hun carrière krijgen de buschauffeurs regelmatig een opfrissingstraject of extra coaching. “De vervoersmaatschappij bekijkt bovendien hoe ze in de bestekken voor nieuwe voertuigen nieuwe veiligheidstechnologiën zoals aanrijbeveiling, side guard protection en spiegelcamera’s kan integreren. Allemaal samen moet dit de komende jaren hopelijk resulteren en verder dalende ongevallencijfers”, besluit Maertens.